Windows 10: back-up maken en terugzetten

Windows 10 heeft een ingebouwde back-upfunctie. Je kan bestanden opslaan op een externe harde schijf of usb-stick. Let op dat je opslagapparaat groot genoeg is. Windows geeft geen waarschuwing als het niet past.

Volg deze stappen om een automatische back-up in te stellen:

• Klik op de startknop > Instellingen > Bijwerken en Beveiliging.
• Klik links op Back-up.
• Klik op Een station toevoegen en sluit een externe harde schijf of usb-stick aan.
• Klik op de schijf die je wil gebruiken.
• Klik op Meer opties om instellingen te wijzigen.
• Kies hoe vaak er een back-up wordt gemaakt (bijvoorbeeld elk uur of dagelijks).
• Kies hoe lang back-ups worden bewaard. Bij weinig opslagruimte is 'Totdat ruimte nodig is' een goede keuze.

Standaard worden alle bestanden uit je gebruikersmap geback-upt. Wil je extra mappen toevoegen of juist bepaalde mappen uitsluiten?

• Ga naar Instellingen > Bijwerken en Beveiliging > Back-up.
• Klik op Meer opties.
• Onder 'Back-up maken van deze mappen' zie je een lijst met geback-upte mappen.
• Klik op Een map toevoegen om een extra map te selecteren.
• Klik op een map en kies Verwijderen om deze uit de back-up te halen.

Je kan de externe schijf of usb-stick altijd aangesloten laten voor automatische back-ups. Wil je extra veiligheid tegen virussen of gijzelsoftware? Dan kan je de schijf na elke back-up loskoppelen. Vergeet dan niet om hem regelmatig opnieuw aan te sluiten.

Wil je bestanden terugzetten? Volg deze stappen:

• Klik op de startknop > Instellingen.
• Klik op Bijwerken en Beveiliging > Back-up.
• Klik op Meer opties en scrol naar beneden.
• Klik op Bestanden terugzetten vanuit de huidige back-up.
• Selecteer de bestanden die je wil herstellen.
• Klik op Terugzetten naar oorspronkelijke locatie.